‘Alles moet weg’ onderzoekt de morele conditie van het laat-kapitalisme via de figuur van de winkeldief. Dries ging in gesprek met 24 mensen die af en toe iets “vergeten” te betalen, met dieven in detentie en zij die diefstal beschouwen als een vorm van verzet. Hij nodigde de proletarische shoppers en zelfverklaarde Robin Hoods uit tot zelfonderzoek. Via een exposé van hun denken en handelen verkent het werk de morele fricties van het laat-kapitalisme, een tijdperk waarin utopieën zijn verdampt en cynische consumenten het opportunistisch handelen van de hun omringende wereld hebben toegeëigend. Tegelijkertijd is het publiekelijk exposeren van goed gedrag de dagelijkse praktijk.
In een galerie staat een replica van een supermarktgang, uitgerust met een groot aantal cctv camera’s. Een performer, gekleed in sneeuwwitje kostuum en varkensmasker, belichaamt de neoliberale consument. Bezoekers kunnen om de installatie lopen, tussen de producten naar binnen kijken, of via schermen de gebeurtenissen in de supermarkt volgen. Als surveillanten in een panopticum observeren zij het ‘verdachte subject’. In de verdediging van haar eigen gedrag fileert zij de contradicties van haar economische leefomgeving.
‘Sinds de kerk als morele autoriteit is verdwenen, is ons denken over goed en fout een stuk dubbelzinniger geworden. We spiegelen ons aan machthebbers wier handelen soms zelf dubieus is en opereren in een economisch systeem dat vooral de kapitaalkrachtigen bevoordeelt. Voor een groeiende groep mensen verklaart het een ‘diefstalletje om bestwil’. Ze zijn cynisch en niet te beroerd om de eigen beurs een handje te helpen, of ze zijn uitgesproken ideologisch gemotiveerd en vastberaden om het grootwinkelbedrijf de genadeklap toe te brengen. Maar denk niet dat die verandering zichtbaar plaatsvindt. Er bestaat een kleine groep millennials die online tips uitwisselen, maar het gros van de winkeldieven loopt niet te koop met zijn gedrag. Hun modus operandi is de ‘vermoorde onschuld’, in lijn met hoe we tegenwoordig allemaal proberen deugdzaam over te komen. Te midden van de brokstukken van de vrije markt voelen we ons geroepen ons eigen goede gedrag te etaleren, vooral wanneer we in de spotlight staan. Maar zodra we ons onbespied wanen blijkt ons handelen vaak een stuk dubbelzinniger, en soms net zo opportunistisch als het ons omringende systeem. Het fascineert me mateloos, die contradictie tussen wie we beweren te zijn en wie we werkelijk zijn.’
Credits Concept: Dries Verhoeven Performance: Isadora Tomasi, Rosie Sommers Bewegingsmateriaal ontwikkeld: i.s.m. De performers, Annica Muller Dramaturgie: Hellan Godee en Miguel Melgares Geluidsontwerp: Isadora Tomasi Geluidsmontage: Peer Thielen Regieassistentie: Didi Kreike Decorbouw: Niklas van Woerden Ondertiteling: Casper Wortmann
Hoofd techniek: Roel Evenhuis Zakelijk leiding: Lisanne Notermans, Ellen van Bunnik Communicatie: Esra Merkel Productie: Ellen van Bunnik (’n More), Jitske Weijand Met dank aan: Yoni Vermeire, Dirk Verhoeven, Jana Jacuka, Titus Duitshof, Karl Klomp, Rob’s Prop Shop, Ellis Kat (Nieuw Dakota) Mede mogelijk gemaakt door: Fonds Podiumkunsten, Gemeente Utrecht